Analoge fotografie is terug van weggeweest! In deze blogpost vertel ik je hoe je begint met analoog fotograferen. Wil je weten waarom je analoog zou willen fotograferen? Lees dan de vorige blogpost.
1. Hoe kies je een analoge camera?
Net als bij digitale camera’s heb je verschillende types: camera’s waar je lenzen wel of niet kunt verwisselen en met meer of minder functies. Verschil in kwaliteit is er ook. Als je er nog niet zeker van bent hoe vaak je ermee gaat fotograferen zou ik aanraden om te beginnen met een goedkopere camera. Ook kun je eens rondvragen of er iemand in je omgeving nog een analoge camera heeft liggen. Mijn eerste analoge camera had ik gehaald voor 5 euro op Markplaats. Het resultaat van mijn eerste rolletje vind je hier.
Aanrader: De point-and-shoot camera die ik nu gebruik en zeker aanraad is de Olympus Mju II. Het is een hele fijne, simpele camera met weinig functies en hij maak prachtige foto’s. Hij is klein en licht, dus gaat makkelijk mee, wat perfect is voor dagelijks gebruik. Ik heb de mijne gehaald op Marktplaats voor €250 (december 2021).
Een andere prachtige camera die ik kan aanraden is de Nikon F3. Dit is een spiegelreflex camera met verwisselbare lenzen. Deze heeft alleen geen autofocus en dat is met name de reden dat ik deze niet zo vaak gebruik.
Aanrader: De SLR-camera mét autofocus die ik nu het meest gebruik, zelfs op bruiloften, is de Nikon F100. Mijn Nikon F-lenzen die ik gebruik op mijn digitale Nikon camera’s passen hier ook op, dus dat is heel handig. De Canon EOS-1V schijnt een soortgelijke camera te zijn voor de Canon gebruikers.
Mijn favoriete analoge camera voor professioneel gebruik is nu de Contax 645, een medium format camera. Deze gebruik ik samen met de Nikon F100 op bruiloften en bij andere fotosessies. De foto’s zijn prachtig, maar de camera is erg aan de prijs. Op dit moment worden ze (in combinatie met de Zeiss 80mm f/2 lens) verkocht vanaf €3500.
2. Welk filmrolletje heb je nodig bij analoge fotografie?
De meeste normale analoge camera’s gebruiken 35mm filmrolletjes. Hier begin je dan ook vaak mee. Een ander formaat is 120mm voor medium format camera’s. Je kunt kiezen tussen verschillende merken zoals Kodak, Fujifilm, Agfa en Ilford. Getallen als 100, 160, 200, 400, 800, 3200 duiden de ISO aan.
Op dit moment gebruik ik voor persoonlijk werk Fujifilm Superia 400, Kodak Gold 200 en Kodak Ultramax 400. Voor professioneel werk gebruikte ik voorheen altijd Fujifilm Pro400H, maar deze rolletjes worden helaas niet meer gemaakt. Daarom gebruik ik nu Kodak Portra 400 en Portra 800 voor bruiloften.
3. Hoe werkt een analoge camera?
Hoe je een filmrolletje in een analoge camera doet en er uithaalt kun je het beste even op YouTube opzoeken. Ik had veel aan dit filmpje.
Welke instellingen je moet gebruiken is afhankelijk van de situatie. Het is dus handig als je begrijpt hoe diafragma en sluitertijd werken en hoe de lichtmeter in de camera werkt. Aan de hand daarvan kan je namelijk inschatten of een foto goed belicht is, want dit kun je nu niet controleren in een histogram of op een schermpje zoals bij een digitale camera.
– Diafragma bepaalt hoe wazig je achtergrond is en hoe lager het f-getal, hoe lichter de foto.
– Sluitertijd bepaalt of je beweging bevriest of laat zien en hoe langer de sluitertijd, hoe lichter de foto.
– De lichtmeter laat zien of een foto goed belicht is, onderbelicht of overbelicht.
4. Gewoon beginnen met analoge fotografie!
Ik weet hoe spannend het is om je eerste rolletje te schieten. Je kent de camera nog niet, weet nog niet of hij het doet, of je alles goed hebt ingesteld, maar toch: ga gewoon je eerste rolletje schieten. Experimenteer, schiet in verschillende lichtomstandigheden, gebruik verschillende instellingen, fotografeer verschillende onderwerpen. Zo leer je je camera kennen en na je eerste rolletje zal het alleen maar makkelijker en leuker worden. Een tip is om aantekeningen te maken van de instellingen die je hebt gebruikt voor elke foto. Zo kun je achteraf, als het resultaat binnen is, opzoeken welke instellingen je had gebruikt, wat heel leerzaam is. Analoge fotografie is ontzettend leuk en het zeker waard om te leren.
5. Waar kun je je filmrolletjes laten ontwikkelen?
Je filmrolletjes moet je laten ontwikkkelen. En nadat ze ontwikkeld zijn moeten ze nog worden gescand voordat je de foto’s op de computer hebt. Dit proces kan je laten doen door een filmlab. Ik bewerk de scans daarna meestal nog in Lightroom naar eigen smaak.
Een lab die ik kan aanraden: Key-Color in Amsterdam. Daar stuur ik mijn persoonlijke 35mm rolletjes naartoe.
Voor professioneel werk kan ik de volgende labs in Spanje aanraden: Carmencita Film Lab en Malvarrosa Film Lab. Je kunt bij hen aangeven hoe je de foto’s wilt qua licht en kleur. Ook kun je referentiefoto’s uploaden om je stijl aan te geven. Dit is handig als je digitale foto’s hebt van dezelfde situatie die je in jouw stijl hebt nabewerkt. Zij zorgen ervoor dat de foto’s zoveel mogelijk in jouw stijl worden ontwikkeld. Zo hoef je er zelf (bijna) niks meer aan te doen qua nabewerking. Wel moet je zeker een aantal weken wachten voordat je je scans binnen hebt. Bij Key-Color duurt dat maar een aantal dagen.
Good luck & have fun!
Tijd om aan de slag te gaan met analoge fotografie! Ik ben heel benieuwd na je eerste filmrolletje hoe je het hebt ervaren en wat je ervan hebt geleerd. Laat het me weten en stel gerust vragen als je die hebt. Op mijn Instagram deel ik veel van mijn analoge foto’s en kun je me altijd vragen stellen. Volg mij daar dus ook!
